Een moment geduld. We zoeken het geschikte aanbod in Toscane voor je…
Een koekje van eigen deeg
Het was een broeierige nazomermiddag op een zondag in september. Mijn Italiaanse vriend nam me mee voor een rondje op zijn klassieke zwarte Vespa op zoek naar wat verkoeling. Het was tevens merenda tijd (zo rond 4 uur ’s middags is het wel weer tijd voor een tussendoortje, nietwaar?) en hij wist wel iets ten noorden van Prato, de stad waar hij woonde voordat hij voor mij naar Florence verhuisde.
En zo zoefden we even later met de Vespa een stukje over de snelweg om bij Prato af te slaan naar Vaiano en Vernio, het dal in richting Bologna. We volgden de loop van de rivier de Bisenzio in omgekeerde richting en reden langzaam omhoog, het drukke verkeer en de smog van de grote steden achter ons latend.
Een kwartiertje daarna slingerden we linksaf een nog rustiger weggetje de heuvels in. In de schaduw van de overhangende bomen kreeg ik het steeds frisser en hoe meer bochten we namen en hoe hoger we kwamen, hoe meer ik me afvroeg in welk van god verlaten dorp we hier in hemelsnaam een hapje zouden kunnen eten. Na zo’n twintig minuten brommen en tuffen (de Vespa had het zwaar met twee personen op haar rug op deze steile weg) kwamen we een groep huizen tegen en zag ik het bord ‘Migliana’.
Verbaasd over het grote aantal geparkeerde auto’s in het smalle straatje, wat onbetwist de hoofdstraat van het dorp moest zijn, zei ik grappend tegen mijn vriend dat we niet de enige gekken waren die dit eind waren komen rijden voor een simpele merenda. Hij zweeg en wist wel beter.
Hij nam me mee naar de forno, de oven (bakkerij annex levensmiddelenwinkeltje) van het dorp. De rits mensen tot aan buiten op straat verraadde dat hier iets bijzonders te halen viel. Even stribbelde ik nog tegen – denkend aan de chaos die dit soort situaties vaak creëert in Florence had ik helemaal geen zin in die rij mensen – maar ik voegde me vervolgens enigszins mokkend naast mijn overtuigde man.
Ongeduldig stond ik daar te wachten. Af en toe kwamen er bakkers met enorme lange platen versgebakken schiacciata (letterlijk ‘platgeslagen’ brood getopd met olijfolie en zout) boven hun hoofd van de bakkerij links de winkel rechts binnengelopen. De mensen in de rij verlekkerden zich aan het verse deegwaar en twijfelden hardop of ze er een dikke laag mortadella (met of zonder stukjes pistacchio) of rauwe ham op zouden laten leggen. Een betere merenda (tussendoortje) dan deze was er niet, werd me verzekerd.
De broodplaten waren zeker 2 meter lang en 50 centimeter breed en het leek me allemaal nogal overdreven. Maar toen ik 10 minuten later zelf de verse schiacciata met mortadella proefde, begreep ik waarom de bakkers continu nieuwe ladingen brood aandroegen en waarom mensen van heinde en verre kwamen om hier hun zondagmiddagsnack te nuttigen.
Het is nog immer één van de lekkerste, meest smaakvolle schiacciata die ik ooit heb gegeten.
Binnen in de forno (bakkerswinkel) van Migliana komt een zoete geur van nog warme koekjes je tegemoet. De vroegere bakker heeft in de jaren ’30 een keer per ongeluk het recept van de beroemde cantuccini di Prato (de langwerpig gesneden koekjes met amandelen) verkeerd gevolgd, maar heeft nooit spijt gehad van zijn fout, staat te lezen op de bruine vershoudzakken, die overigens nooit lang gesloten blijven. En inderdaad, je kunt onmogelijk van de koeken van Antico Forno Santi afblijven, zelfs als je eigenlijk al vol zit van het schiacciata brood.
De koekjes liggen per type uitgestald in grote rieten manden in de winkel. Je kunt kiezen uit biscotti met grove stukken witte of melkchocolade, stukken vijg of abrikoos of liever de ‘klassieke’ met amandelen. Ieder soort koekje is hier een waar genot. In tegenstelling tot de vaak harde cantuccini uit Prato die je moet dippen in de Vin Santo (zoete dessertwijn) om niet je tanden te breken, zijn de biscotti van Migliana gemaakt van zachter deeg en smaakvoller bovendien. De stukken zijn bovendien flink; aan kinderachtige porties wordt hier niet gedaan.
Ook de brutti boni (typisch Toscaanse ‘bitterkoekjes’, gemaakt van gemalen amandelen en suiker, het kan soms zo simpel zijn!) zijn er heerlijk. Het uiterlijk doet anders vermoeden, maar de naam ‘lelijke lekkerdjes’ is volledig op zijn plaats, want wat zijn deze koekjes lekker! Bros en een stevige korst van buiten, maar zoet en zacht van binnen.
Misschien is het de frisse berglucht, het zuivere water en de aandacht en tijd voor het recept die het verschil maken, misschien het feit dat alles bij Antico Forno Santi nog daadwerkelijk met de hand gemaakt, maar de locale brood- en koekjesproductie is hier absoluut één van de, zo niet dé beste van Toscane. Wij komen nog geregeld in dit afgelegen bergdorpje om een kilo versgebakken koekjes in te slaan of een stuk verse schiacciata te eten. Ik heb dus absoluut geleerd van mijn fout: ik zal nooit meer ergens over oordelen voordat ik het heb geproefd.
Grappig detail is overigens dat we enkele maanden geleden een huis hebben gekocht op 15 minuten ‘tufafstand’ (per Vespa) van Migliana. Die koekjes he…!