Een moment geduld. We zoeken het geschikte aanbod in Toscane voor je…
Een warm ontvangst van Wim Kieft in Pisa in De Terugkeer: Herkenbaar en ontroerend
Dat de schrijfstijl in de boeken van Michel van Egmond zich niet alleen goed leent voor het onderwerp voetbal, is bekend. Zeker nu hij een biografie over de maar weinig aan voetballen toegekomen Patty Brard heeft uitgegeven. Met Kieft en Gijp schreef hij boeken die soms triest, maar vooral ontroerend, grappig en hoopvol zijn – voetbal speelt er een bijrol. Dat is ook het geval in De Terugkeer, het tweede deel dat verscheen over de mens Wim Kieft en zijn jaren in Italië.
Wim Kieft keert er drie decennia later terug en de ontvangst is zó hartelijk, dat hij enkele maanden later weer het vliegtuig pakt om een prachtig geschenk naar zijn oude club te brengen. Het wordt allemaal op gortdroge en aanstekelijke wijze beschreven.
Deel I: de worsteling met een cokeverslaving
Michel van Egmond is de ultieme vlieg aan de wand in al zijn boeken. Hij stelt soms een vraag, maar toont zich daarnaast een meester-observator. Om De Terugkeer te lezen, hoef je niet per se deel I (Kieft) te hebben gelezen, maar ook dat boek is de moeite waard. Het biedt een inzicht in de jaren na Kiefts voetbalcarrière, waarin de dwarse en intelligente voetballer van o.a. Ajax, PSV, AC Pisa en AC Torino over de worsteling met zijn cokeverslaving vertelt.
Zijn weerzin tegen de roem en het eeuwig door wildvreemden herinnerd worden aan één bepaald doelpunt (dat tegen Ierland in 1988) maken het hem moeilijk, en het terugblikken op zijn donkerste momenten is beklemmend en dieptreurig. Maar altijd behoudt hij zijn Amsterdamse, sarcastische en ietwat zeikerige humor die heerlijk contrasteert en soms botst met de droogkloterige Van Egmond.
Terug in Pisa
In De Terugkeer is er sprake van enkele terugvallen in zijn herstel, maar krijgt Kieft weer zin in het leven. Het duo Van Egmond-Kieft reist naar Italië om op zoek te gaan naar sporen van zijn jaren als inwoner en voetballer. Ze zijn een dag in Turijn, maar al gauw verplaatst het verhaal zich naar Pisa en de omliggende heuvels, waar hij zich aanvankelijk maar weinig van kan herinneren door excessief drank- en drugsgebruik.
Nu hij clean is trekt de mist in zijn geheugen langzaam op. Zijn Italiaans is na al die jaren nog verbazend goed. Kieft geniet in Italië en krijgt spijt dat hij er ooit is weggegaan. Bij aankomst in het hotel wordt Kieft direct herkend en uitgebreid gecomplimenteerd, zoals dat tijdens zijn twee verblijven in Pisa aan de lopende band zal gebeuren. De Pisani, van piepjong tot stokoud, zijn dol op Il Penello: de kwast, vanwege zijn lange gestalte en blonde haardos.
Pisa omhelst Wim Kieft opnieuw
Al gauw lees je hoe gepassioneerd de stedelingen omgaan met hun club, die al lang niet meer op het hoogste niveau acteert. Tijdens Kiefts eerste jaar degradeert de club naar de serie B en moeten de spelers vaak onder begeleiding het stadion verlaten. Maar in zijn tweede jaar slaat de spits aan het scoren en heeft hij zich, zo blijkt nu, onsterfelijk gemaakt.
‘Pisa omhelst Wim Kieft opnieuw!’, zo luiden de krantenkoppen. En het inmiddels bescheiden serie C-clubje heeft tijdens de derby tegen Arezzo in het eigen stadion, de Arena Garibaldi, een waar eerbetoon georganiseerd. De man die van 1983 tot 1986 in het blauw-zwarte shirt speelde, beseft meer en meer wat hij teweeg heeft gebracht. Opvolgers die niet tot scoren kwamen, kregen Wim Kieft-yells naar hun hoofd. Overal op straat wordt hij aangesproken. Hij wordt uitgenodigd voor een uitgebreid interview op Canale50, waarbij zijn portret kamerbreed op de achtergrond is te zien met de tekst Bentornato Kieft.
En omdat Kieft toch in de stad is, wordt er speciaal een reünie georganiseerd met alle spelers van weleer. Che bei tempi! klinkt het steeds, wat een mooie tijden! En: Ragazzi, che emozioni! Zijn oude maten noemen hem Pannocchia, maiskolf. Hij wordt andermaal geïnterviewd, nu voor Toscana TV. Hij komt een boek over de club tegen met zijn eigen beeltenis als omslag. Kieft is hier een grote meneer, zoals dat in het voetbal heet. En de Pisani tonen zich gastvrij en respectvol. Wiem, grande Wiem! zeggen ze.
Pizza Wim Kieft
Voor dat warme bad van gastvrijheid (de roem en de eer kunnen de bescheiden voetballer eigenlijk wel gestolen worden) wil Il Penello, Pannocchia of grande Wiem graag iets terugdoen: hij besluit de Gouden Schoen, een prijs die hij ooit als topscorer van Europa won, cadeau te doen aan het museum van AC Pisa: Pisa 1909 Football Museum.
Dat betekent nog een keer een weekje Pisa, nog een keer in het vliegtuig, wat hij zo haat. Maar voor de Pisani doet hij het graag. Hij stelt hun benadering, waarbij ze niet al te diep willen ingaan op zijn verleden vol cocaïne en drank (‘we hebben allemaal problemen gehad, jongen’) tegenover de lompe directheid van veel Nederlanders. Het contrast met zijn ontvangst hier in Pisa en die tijdens een schnabbel in Zuid-Scharwoude (‘Wim! Lekker pilsie? Bacootje? Hahaha!’) is groot. Het enige dat Kieft niet gaat doen, is naar het restaurant gaan waar een pizza Wim Kieft op de menukaart staat.
Onder het meel
Eenmaal opnieuw in Pisa schijnt de zon, ook in het hoofd van Wim Kieft. ‘Zo ken ik Pisa uit mijn jeugd’, zegt hij. Het gaat steeds beter met hem. Intussen hebben de Pisani wéér van alles overhoop gehaald om Kieft te huldigen.
Met een receptie en de officiële onthulling van een vitrine met daarin De Gouden Schoen die personeel, fans en pers tot tranen toe roert, een enorm buurtfeest in de wijk San Martino, nog meer pers- en fanmomenten en het voortdurend geopperde idee van de voormalige clubvoorzitter dat Kieft ereburger van Pisa moet worden, doet de stad een poging het de voetballer zo mogelijk nog meer naar de zin te maken dan tijdens zijn vorige bezoek.
Zoals Van Egmond schrijft zijn ze hartelijk, warm en oprecht en nooit hysterisch of overdreven onderdanig. De passage waarin Wim Kieft de vroegere leider van de fanatieke supporterskern, die nu pizzabakker is, tegenkomt, is grappig. “Hij heeft zijn handen aan zijn schort afgeveegd en zijn keuken verlaten om zijn voormalig idool aan de borst te drukken. Als hij daarmee klaar is, zit Wim Kieft onder het meel”.
Pisa in een glansrol
De Terugkeer is een boek dat natuurlijk over meer gaat dan Pisa en de gepassioneerde inwoners. Het gaat ook over de naweeën van een junkie-tijd, dwangneuroses en soms over voetbal. De manier waarop de schrijver de afsluitende scène aan het strand van Marina di Pisa optekent, doet je hunkeren naar je volgende vakantie in Toscane.
De naam Michel van Egmond staat voor veel meer dan voetbalboeken. Zijn doorbraak met Kieft en Gijp was geen toeval: hij heeft er als een Oprah Winfrey der Lage Landen veel mensen mee aan het lezen gekregen, ook degenen die nooit een tegen een bal trapten of überhaupt een wedstrijd zagen. De Terugkeer is al met al een ontroerend boek met Pisa in een glansrol.